In mei leggen alle vogels een ei.

Ondanks de warme lente zijn er nu nestjes met jonge vogels in overvloed. Gewoon zoals het hoort in mei.

Mezen maken dankbaar gebruik van de door mensen opgehangen nestkastjes.
De koolmees is makkelijk te verwarren met de pimpelmees. Toch is het verschil duidelijk te zien.  Een koolmees heeft een zwart petje, de pimpelmees is boven op zijn koppie blauw.  De veertjes staan daar een beetje alsof hij net zijn bed uit is.

Bijzonder genoeg maakt 2 mm het verschil tussen pimpelmezen of koolmezen als bewoners van een huisje.  Maak je een gat rond 32 mm en er komen alleen koolmezen in.  Met een gat rond 30 mm zal het huisje uitsluitend bewoond worden door pimpelmezen.

Bloeiende paardenkastanje

Begin mei is de tijd van de bloeiende paardenkastanje. Grote pluimen witte bloemen sieren een vaak grote boom. Ik vind het prachtig die grote kaarsen met bloemen te zien in deze statige boom. Alle bladeren zijn nu volgroeid,  maar hebben nog wel de groene frisheid van de lente. 

De paardekastanje is een relatief snel groeiende boom, die uiteindelijk dertig meter hoog kan worden. Veel bomen zijn nog niet zo hoog,  maar daar hebben ze 250 jaar de tijd voor, als ze de ruimte krijgen. Stel je eens voor hoe lang een grote boom er al staat.

De kastanje boom komt oorspronkelijk alleen voor in de Balkan,  maar is rond de 17e eeuw in europa aangeplant vanwege zijn sierwaarde. Nu wordt hij veel in openbaar groen geplant, omdat hij goed bestand is tegen lucht vervuiling.